Terzet-Digitaal Congres-17-dhr. J. Reniers

TERZET 25 JAAR- DIGITAAL CONGRES 2018 5 de externe en persoonlijke factoren anderzijds. De wisselwerking tussen al deze aspecten heeft een dynamisch karakter: interventies op één aspect of factoren kunnen veranderingen teweegbrengen in andere daaraan gerelateerde aspecten of factoren. De interacties zijn specifiek en staan niet in een voorspelbare één-op-één relatie tot elkaar. De interactie vindt plaats in beide richtingen; de aanwezigheid van functioneringsproblemen kan van invloed zijn op een aandoening of ziekte. Vaak lijkt het redelijk een beperking te veronderstellen op grond van één of meer stoornissen of een participatieprobleem op grond van één of meer beperkingen. Het is echter van belang de gegevens betreffende deze constructen, onafhankelijk van elkaar te verzamelen en vervolgens mogelijke relaties en causale verbanden te onderzoeken. Voor een volledige omschrijving van het functioneren zijn alle componenten van belang. Zo kan iemand: -- stoornissen hebben zonder dat hij beperkingen heeft (bijvoorbeeld een misvorming door lepra brengt niet altijd concrete beperkingen met zich mee); -- beperkingen en participatieproblemen hebben zonder dat er sprake is van stoornissen (bijvoorbeeld de verminderde uitvoering van dagelijkse activiteiten zoals dat bij een groot aantal ziekten voorkomt); -- problemen hebben in de participatie zonder stoornissen of beperkingen (bijvoorbeeld een HIV-positief individu, of een herstelde ex-psychiatrische patiënt die gediscrimineerd wordt); -- beperkingen hebben zonder problemen in de participatie (bijvoorbeeld iemand met beperkingen in de mobiliteit kan door de samenleving voorzien zijn van een ander wijze om zich te verplaatsten en dus te participeren in de samenleving); -- een zekere mate van achteruitgang in functioneren ervaren (bijvoorbeeld door het niet gebruiken van ledematen kan spieratrofie ontstaan; hospitalisering kan resultaten in verlies van sociale vaardigheden). In het schema in figuur 1 zijn de externe en persoonlijke factoren opgenomen om te tonen dat ook zij van invloed zijn op iemands gezondheidstoestand en de mate van iemands functioneren bepalen. Externe factoren bevinden zich buiten het individu. Voorbeelden zijn: de houding van de samenleving ten aanzien van mensen met een handicap, kenmerkende aspecten van gebouwen, wetten. De ICF bevat een lijst met externe factoren. Persoonlijke factoren worden in de huidige versie van de ICF niet geclassificeerd. Het is aan de gebruiker om deze, indien nodig, vast te leggen. Hiervan kunnen deel uit maken: geslacht, ras, leeftijd, aspecten van iemands functioneren, lichamelijke conditie, levensstijl, gewoonten, coping-gedrag, opvoeding, sociale achtergrond, opleiding, beroep, vorige en huidige levenservaringen, het algemene gedragspatroon en karakter, persoonlijke psychische eigenschappen en anderen kenmerken. Deze kunnen elk afzonderlijk of gezamenlijk van invloed zijn op functioneringsprobleem op elk niveau. Wat zijn nu de essentiële punten voor de toekomst? In de brief die het bestuur van de NVvA aan het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid stuurde in eind 2014, dit naar aanleiding van het SER advies “Betere zorg voor werkenden/een visie op de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg” d.d. 19 september 2014. In deze brief werden een aantal belangrijke punten onder de aandacht van de minister gebracht. Arbeidsgerelateerde “zorg” waarin sprake is van kwaliteitsverbetering, verhoogde effectiviteit, meer kennis van zaken en aandacht voor preventie en re-integratie, én toegankelijkheid voor alle werkenden. Dit zijn mijns inziens de punten die van essentieel belang zijn voor de toekomst: -- Duurzame inzetbaarheid een kwestie van preventie en passende belastbaarheid; door de vergrijzing en de ontgroening wordt duurzame inzetbaarheid voor de werkende mens steeds belangrijker. Werk, betaald of onbetaald is van groot belang voor het welzijn van de wet mens. -- Van verzuim naar een effectieve en efficiënte weg van passend werk; -- Vroege inzet van deskundige professionals kan verzuim verkorten met bijbehorende kostenreductie; vroege inzet van deskundige professionals kan verzuim verkorten met bijbehorende kostenreductie. Inzicht in het verzuimprobleem is van groot belang. De rol van de arbeidskundige is hier mede vanuit zijn grote en uitgebreide deskundigheid van de vele aspecten die in arbeid aan de orde zijn, van groot belang. Alle aspecten met betrekking tot arbeid die directe consequenties zullen hebben op de toekomst van met name de “handarbeid” als gevolg van de robotisering en de middenklassen zoals telefonistes/receptionistes,

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE5MDM=