Terzet-Digitaal Congres-6-dhr. dr. M. Heerink

TERZET 25 JAAR- DIGITAAL CONGRES 2018 2 “Wanneer komen die robots nou?” In de loop van de vorige eeuw ontwikkelde sciencefiction zich tot een bloeiend genre waarin tomeloos vooruitgekeken werd naar de toekomst, soms met wat we achteraf een vooruitziende blik genoemd werd. De komst van sociale robots, zelfrijdende auto’s, globalisering, draadloze communicatie, ruimtevaart, automatisering, toenemende zorg om het welzijn van onze planeet werden vaak heel accuraat voorzien. Al was daarbij de inschatting van de tijd soms wat al te optimistisch. De ruimtevaart ging niet zo snel als we verwacht hadden, we hebben Mars nog lang niet gekolonialiseerd, we rijden nog lang niet allemaal in zelfrijdende auto’s en robots zijn nog lang geen vanzelfsprekend onderdeel van ieders huishouden. Wat die robots betreft, gaat het dus niet zo snel als we enkele decennia geleden verwachtten, maar langzamerhand gaan ze wel een plaats krijgen. Ze zijn er al een tijdje in de vorm van industriële en logistieke robots die in steeds meer sectoren hun weg vinden, we hebben al flink wat robotstofzuigers, grasmaairobots, we hebben robotverkenners op Mars en er zijn robots die door brandende huizen kunnen gaan. Bovendien zijn er steeds meer sociale robots die op de markt komen. Robots waarmee we sociaal communiceren door met ze te praten, ze aan te kijken, met gebaren en aanrakingen en zelfs steeds beter met gezichtsuitdrukkingen. Een sociale robot wordt omschreven als een fysiek belichaamd, autonoom kunstmatig wezen dat communiceert en interacteert met mensen op emotioneel niveau. De sociale robot kan de omgeving observeren en begrijpen en op basis daarvan zelf beslissingen nemen en acties uitvoeren [1] Een mooi voorbeeld van onze al te hoge verwachtingen van sociale robots, is de film Blade Runner uit 1982 [2] waarin werd verwacht dat we in 2019 andere planeten zouden bevolken geholpen door androïde (heel erg op mensen lijkende) robots. In die tijd leek dat niet zo gek, maar nu weten we dat we dit voorlopig nog niet waar gaan maken. En er is inmiddels een vervolg op de film, gesitueerd in 2049 – en ook nu is het wel bijzonder twijfelachtig of we wat deze film laat zien over dertig jaar waargemaakt hebben. Wat maakt nu dat de komst van de robots toch iedere keer weer tegenvalt? In de eerste plaats is het wat al te gemakkelijk om de complexiteit van met name sociale robots te onderschatten. Neem alleen al wat er nodig is op het gebied van communicatie om een robot met ons te laten omgaan: gezichten en stemmen herkennen en onthouden, relaties tussen mensen in een groep herkennen, gedrag aanpassen aan mensen, zich ontwikkelen in sociale en fysieke vaardigheden. Bovendien moeten stem, gedrag en uiterlijk passen bij de situatie en de taak [3]. En dan hebben we het nog niet eens over de taken die zo’n robot zou moeten kunnen uitvoeren en de techniek, zoals het wandelen tussen mensen en andere obstakels door tot het vast kunnen pakken van een blikje, een ei, een tas of een arm. In de tweede plaats is het niet alleen een kwestie van techniek. De opkomst van robots brengt ook psychologische, sociale, ethische en juridische kwesties met zich mee [4, 5]. Wie is verantwoordelijk voor ongelukjes waarbij robots betrokken worden? Wat is de psychologische impact van sociale relaties met robots? Is het ethisch gezien te verantwoorden als we robots inzetten om de eenzaamheid van ouderen tegen te gaan? Wat als een robot gebruikt kan worden voor criminele doelen? We realiseren ons bij ongelukken met zelfrijdende auto’s en bij drones die voor militaire doeleinden (en in potentie ook voor terroristische doeleinden) dat we er als maatschappij misschien nog niet helemaal klaar voor zijn – en dat is voor robots niet anders. Ten derde zijn er voor situaties waarin we robots in zouden kunnen gaan zetten vaak hele goede alternatieven die haalbaarder en efficiënter zijn. Je kunt dromen van een robotbutler die je in je huis helpt, koffie voor je zet, de temperatuur aangenaam houdt, de post ophaalt en op de kinderen past, maar dat zou zo’n ongelofelijk complex, kostbaar en kwetsbaar systeem worden dat het toch misschien beter zou kunnen zijn om een slim huis te hebben, met een slim koffiezetapparaat, een slimme temperatuurregeling en een systeem voor het op afstand op de kinderen te kunnen passen. Wordt het dan allemaal niks met die robots? Nou dat valt wel mee. Ik heb hierboven al wat voorbeelden genoemd van niet-sociale robots als Marsverkenners, grasmaaiers, industriële en logistieke robots en dergelijke Maar wat sociale robots betreft, moeten we onze misschien wat hooggespannen verwachtingen wat bijstellen, ons realiseren dat we nog eeuwen verwijderd zijn van een echte blade runner. En we moeten kijken naar situaties waarin het echt zinnig is om een sociale robot in te zetten in plaats van slimme technologie. Voorbeelden daarvan zijn vormen van therapie en educatie [6]. En daarin gebeurt al veel: robotdieren die het leven van mensen met dementie en de mensen om hen heen een stuk prettiger maken, robotmannetjes die

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE5MDM=