NSFC Fanfare Klanken Nr. 2-2016

18 De brassband bestaat enkel uit slagwerk en koperblazers: cornetten, trompetten, (alt)hoorns, euphoniums, baritons, trombones en bassen. De fanfare bestaat uit hetzelfde instrumentarium, maar dan aangevuld met saxofoons. De harmonie is de grootste orkestvorm. Naast koperblazers, saxofoons en slagwerk mogen ook houtblazers meedoen: klarinetten, dwarsfluiten, hobo’s en fagotten. Verder bestaan er in Nederland blaaskapellen en big bands, deze hebben een vrije bezetting. De mars is ingezet. Een uur eerder stond ik in mijn slaapkamer in het ouderlijk huis, dat ik sinds enkele jaren heb verruild voor een Amsterdamse studentenkamer. Aan mijn voeten een koffer met drie metalen sloten. Klik. Klik. Klik. Eerst haal ik de schuif eruit, dan de beker van het instrument. Ik draai ze in elkaar, zet het mondstuk erbovenop. Een handeling die ik al meer dan vijftien jaar, zo sinds mijn 10de, herhaal: als ik thuis oefen, bij de repetitie van het orkest. Maar ook bij optredens: de carnavalsoptocht, vlaghijsen op Koningsdag, serenades bij vijftig jaar getrouwde stellen, het jaarlijkse grote concert: instrument uit de koffer, en weer dicht. STEEDS MINDER LEDEN Toen ik de voorzitter opbelde met de vraag of ik een verhaal mocht schrijven over onze fanfare zei hij: ‘Natuurlijk, maar je speelt toch wel mee hè, ik heb wat moeite de bezetting rond te krijgen.’ En dat is een probleem. Amateurblaasorkesten - harmonieën, fanfares en brassbands - hebben het moeilijk. De traditionele muziekvereniging in het dorp verliest leden, de jeugd trekt weg en de bestaande leden worden ouder. Daarbij is het met de recente bezuinigingen in de cultuursector steeds moeilijker om subsidies binnen te halen. En er is natuurlijk dat alom bekende stereotype dat afschrikt: hoempapamuziek. Maar is dat allemaal wel zo? Eerst wat cijfers. In Nederland zijn 2.311 verenigingen aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO), die bijna alle blaasorkesten in Nederland

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE5MDM=