NSFC Fanfare Klanken Nr.3-2008
13 Leren traplopen bij Gijsje Hogeveen De blokfluitgroep van Gijsje Hogeveen begint te spelen op de voorspeelavond van de jeugd. De zaal is gevuld met ouders, broertjes, zusjes, opa’s, oma’s maar ook veel orkestleden. Ik weet zeker dat er, vooral onder de jongere leden, mensen zijn die vroeger ook tot de blokfluitgroep van Gijsje behoorden. Zij weten hoe het voelt om als kind van ongeveer 8 jaar te spelen voor zoveel mensen. Ook ik behoor tot een van de gelukkigen die hebben mogen genieten van de blokfluitlessen van Gijsje. Want genieten, dat was het zeker. De nummers die de kinderen spelen, en waarvan ik de meeste herken omdat ik ze zelf ook al speelde, roepen veel herinneringen op. Zij doen mij denken aan… ‘voetje-van-de-vloer’, 15 februari, traplopen en tweety. We kregen altijd les in een groepje van ongeveer acht kinderen. Daarmee zaten we in een halve kring in ‘de grote zaal boven’ (voor de mensen die het gebouw Samenspel kennen). Achter ons stonden lange tafels en een heleboel stoelen waar we voor aanvang of na afloop van de les op klommen tijdens het spel ‘voetje-van-de-vloer.’ Voor wie dat niet kent, het is een soort tikkertje waarbij je niet getikt mag worden als je de vloer niet aanraakt. Als we Gijsje de trap op hoorden lopen, renden we naar onze stoel waar we vervolgens met een ‘we-zitten-hier-al-de-hele-tijd’ gezicht op Gijsje wachtten. In de zaal worden de kinderen onderbroken door Gijsje, ze gaan het liedje eerst klappen. Het was gebruikelijk dat we voor het spelen van een liedje, het ritme klapten. Daarbij zeiden we ‘ta-ta-tooo-tooo’. Een kwartnoot heette ‘ta’ en een halve heette ‘tooo’. Bij ‘ta’ klapte je, en bij ‘tooo’ maakte je een beweging met je handen, ongeveer als het water in een fontein. Toen we allemaal gevorderde ta-ers en tooo-ers waren, werd het tijd voor de ti-ti. Dan heb ik het niet over het jaarlijkse motorevenement in Assen, maar over het klappen van achtste noten.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy OTE5MDM=