Jubileummagazine 100 jaar
JUBILEUM MAGAZINE 27 van wie de Heere Jezus Christus voor ons is, dat Hij voor onze zonden is gestorven en opgestaan en dat wij door Hem mogen leven. Dat grote geschenk, dat Evangelie, dat is al die jaren door beleden en dat moet ook blijven in de toekomst. Dat is ook wat ons echt bindt aan de Drie Formulieren van Enigheid. Ik denk dat het heel belangrijk is dat wij met die identiteit midden in de maatschappij staan. En dat dat geluid ook nu blijft klinken. Zoals een van de predikanten het onlangs zei: ‘Misschien zijn jullie wel het grootste evangelisatie- instituut van Nijkerk.’ Dus ik denk dat het belangrijker is dan ooit in deze samenleving. En ik heb het daarbij zelden meegemaakt dat mensen ons bekrompen of streng zouden vinden. De duidelijkheid daarin overtuigt wel, ook als mensen daar zelf misschien weleens anders over denken. Als ze maar zien dat je drijfveren liefdevol en hartelijk zijn en dat je het meent zonder ze te bevoogden.’ Identiteit is kwaliteit. Marco neemt het stokje over van Jan. Hij mag als het ware de eerste algemeen directeur zijn van de komende honderd jaar. Welke veranderingen ziet hij op dit moment en voor de toekomst? ‘Ik denk dat de grootste verandering die nu gaande is, is dat het helemaal niet meer vanzelfsprekend is dat je als christelijke scholen christelijk onderwijs blijft geven. Die voormalige zuilen boden een bepaalde vanzelfsprekendheid. Je was van die ene kerk, dus ging je naar die ene school. Met het verdwijnen van die vanzelfsprekendheid is het bewustzijn toegenomen. Het bewustzijn van het belang van christelijk onderwijs. Maar ook het bewustzijn binnen de scholen zelf. Dat je leerkrachten hebt als identiteitsdragers en wij, zeker nu we landelijk gezien te maken hebben met een lerarentekort, veel meer moeten gaan denken hoe we ervoor kunnen zorgen dat er steeds voldoende nieuwe leerkrachten opgeleid worden die de christelijke identiteit hebben. We zullen veel meer moeten bedenken hoe we het contact houden met ouders. Het feit dat het ledenaantal van de HSN afneemt, is een gegeven. Maar hoe zorg je ervoor dat die groep van mensen - die eigenlijk je fans zijn, die mee beamen en legitimeren dat het goed is dat wij christelijk onderwijs geven - daar in de toekomst van overtuigd blijft en het blijft dragen? Een basale bestaansreden waarom men landelijk gezien niet om ons heen kan, is dat wij het als christelijk onderwijs naar landelijke normen nog steeds het beste doen. Dus een van de opdrachten die je als school hebt, is ervoor zorgen dat je gewoon steengoed bent. En dat je resultaten behaalt die naar algemene maatstaven gezien waarde hebben, in de zin van goed rekenen, goed taalonderwijs, enzovoort. Daarnaast kunnen wij dat verrijken vanuit ons brede beeld van brede vorming, van persoonsvorming, van vorming van kinderen als burgers van Gods Koninkrijk. Je kunt de christelijke verantwoordelijkheid om het evangelie door te geven en te laten zien hoe betekenisvol dat is in het leven van alledag niet los zien van je werk gewoon goed doen.’ Jan beaamt dit: ‘Ja, wij zeggen ook altijd: identiteit is kwaliteit. Dat is onlosmakelijk met elkaar verbonden.’ Het strategisch beleidsplan van de HSN voor de komende jaren heeft als thema ‘Lopen over water’. Marco: ‘Dat is prachtig gekozen. Het geeft iets weer van de onmogelijkheid, van het niet-vanzelfsprekende van het christelijk onderwijs. En toch kan het, omdat we vol overtuiging de Heere Jezus voor ogen hebben en willen volgen. Hij zoekt ons op en vraagt ons Hem te volgen en dan geloof ik dat het mogelijk is. Maar dit heeft meer te maken met de dankbaarheid waar we het eerder over hadden dan met maakbaarheid. Het is genade en zegen, hoop én realisme. Ik ben niet van de doemscenario’s. De context van nu is wat het is en ik denk dat de generatie van nu daarop voorbereid is; ook op de dingen die gaan komen. Zeker als je in vertrouwen op God en vanuit vakmanschap je werk wilt doen en niet vanuit angst en vrees. Laten we niet vergeten dat het niet alleen nu ingewikkeld is. In 1919 was er veel strijd en discussie. Het was kort na de Eerste Wereldoorlog en mensen hadden net meegemaakt hoe ontzettend slecht de mensheid kon zijn. Het was toen niet beter dan nu. Het was toen echt niet makkelijker om christelijk onderwijs te geven. Denk alleen al aan de strijd tussen de kerken onderling. Nu is er veel meer bereidheid om als kerken samen te werken en op te trekken. Ook als het gaat om christelijk onderwijs. Dus ik ben niet pessimistisch; we hebben tijdloze waarden en nieuwe mogelijkheden. De tijd is wel veranderd, maar God is dezelfde. Hij inspireert steeds opnieuw mensen om goed onderwijs te realiseren. Dit biedt hoop en vertrouwen voor de komende honderd jaar.’
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy OTE5MDM=