Terzet-Digitaal Congres-3-dhr. mr. dr. E.J. Wervelman

TERZET 25 JAAR- DIGITAAL CONGRES 2018 3 juist om te bepalen wat de betrokkene in gangbare arbeid nog kan verdienen met de geduide arbeid. Er is op dit punt veel winst geboekt met de Handleiding Omgaan met Passende Arbeid die is opgesteld in opdracht van de NVvA. Meer duidelijkheid is ook verkregen over de wijze van vaststelling van het recht op uitkering en de omvang daarvan. De zogenoemde “drietrapsraket” beginnendmet eenmedischeexpertise, gevolgdoor eenverzekeringsgeneeskundig onderzoek om tenslotte de arbeidsdeskundige de mate van arbeidsongeschiktheid te laten beoordelen is inmiddels gemeengoed. Mijn grote wens is dat die drie beoordelingen tegelijkertijd plaatsvinden (desgewenst in het bijzijn van advocaten en medisch adviseurs) op één ochtend, zodat de verzekerde rond het middaguur weet waar hij aan toe is. Dat zou toch mogelijk moeten zijn. De beide artsen nemen bij betrokkene de anamnese af en verrichten lichamelijk onderzoek, waarna de medisch specialist vaststelt of bij betrokkene sprake is van een objectief medisch vaststelbare stoornis in relatie tot ziekte of ongeval. Dat deelt hij dan aan partijen mee. Partijen mogen daarop dan direct reageren, waarna (ervan uitgaande dat daarvan sprake is) de verzekeringsarts vaststelt wat de beperkingen zijn die daaruit voortvloeien, zoals de polisvoorwaarden vereisen. Ook daarop mogen partijen dan direct reageren, waarna de arbeidsdeskundige (die het hele dossier reeds uitvoerig heeft bestudeerd, net zoals de artsen) de uitval in de deeltaken berekent. Ook daarop mogen partijen dan weer reageren, waarna de beoordeling van de arbeidsdeskundige definitief wordt. Mijn voorstel werkt onmiskenbaar veel sneller dan de huidige werkwijze waar het soms wel een jaar duurt voordat partijen (lees: hun advocaten) het erover eens zijn welke deskundigen moeten worden ingeschakeld, welke vragen gesteld moeten worden en welke bijlagen dienen te worden meegezonden bij de aanvraag van een onderzoek. Om nog maar te zwijgen van de tijd die het kost dat partijen vervolgens schriftelijk reageren op de concepten en, als het even tegenzit, op elkaars opmerkingen naar aanleiding van de concepten (wat in beginsel overigens niet is toegestaan, maar dat terzijde). Dat moet echt efficiënter en sneller kunnen. Het ontbreekt momenteel nog aan een expertisecentrum dat alle disciplines onder één dak heeft en in staat is om een en ander logistiek, medisch en juridisch voldoende geborgd te begeleiden. Speciale aandacht verdient in dit verband de rechtspraak van de afgelopen acht jaar, waarin verzekerde in geval van uitval in essentiële werkzaamheden die verbonden zijn aan het beroep volledig arbeidsongeschikt geacht wordt. Ook in situaties dat de arbeidsdeskundige beoordeling sluit op een slechts gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Arbeidsdeskundigen worstelen met deze rechtspraak. Dat is logisch, omdat zij er niet voor zijn opgeleid om om te gaan met een juridische weging. Arbeidsdeskundigen zijn opgeleid om deeltaakanalyses te maken en de uitval in de deeltaken af te zetten tegen de beperkingen die de medicus in de belastbaarheid heeft aangegeven. Er ligt een belangrijke taak voor verzekeraars die hun contracten op deze rechtspraak moeten aanpassen. Dat staat arbeidsongeschiktheidsverzekeraars ook vrij. Zij mogen immers aan de markt dekking bieden binnen de grenzen waartoe zij daartoe bereid zijn. En dan de toekomst? Hoe ziet de claimbehandeling van een AOV er over 25 jaar uit? De zelfstandige geeft bij het aangaan van de arbeidsongeschiktheidsverzekering automatisch toestemming aan verzekeraar om “mee te kijken” met zijn digitale handel en wandel. Stel, hij neemt te korte pauzes; de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar neemt die automatisch waar, waarschuwt hem daarvoor dan, wijst op de medische en verzekeringstechnische gevolgen en legt die waarschuwing goed vast. Ook de houding van de bureaustoel wordt automatisch doorgegeven aan de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar die vanaf kantoor digitaal correcties in de zithouding kan aanbrengen. Reistijd en locaties waar verzekerde zich bevindt worden ook automatisch doorgegeven aan de verzekeraar. Stel dat verzekerde een volledige uitkering ontvangt, maar blijkt meer te werken dan hoeft hij daarvan geen opgave te doen aan de verzekeraar die dat immers automatisch doorkrijgt en de uitkering automatisch aanpast. Maar het zou nog verder kunnen gaan. Verzekeraars eisen - 25 jaar na nu - dat verzekerde bij het aangaan van de verzekering een chip laat implanteren, zodat zij direct op de hoogte zijn van het eet- en drinkpatroon, hoeveelheid lichaamsbeweging en dergelijke. Het invullen van een gezondheidsverklaring is overigens dus natuurlijk niet meer nodig. Preventief geeft de medische dienst verzekerde direct tips tot aanpassing. Indien die niet worden opgevolgd, dan leidt dat direct tot einde van de dekking. Verzekeraar hoeft daar geen navraag naar te doen,

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE5MDM=