Terzet-Digitaal Congres-13-Erna Mulder-Anita van Loenen-Monique van Gameren

TERZET 25 JAAR- DIGITAAL CONGRES 2018 3 Ondersteunende dienstverlening, een uitstervend beroep? De term secretaresses komt voort uit 2 Latijnse woorden: -- Secremere (onderscheid maken) en het daarvan afgeleide -- Secretum (hetgeen van het andere apart is gezet). De woorden secretaris en secretarum kwamen hieruit voort. Als een persoon die zorgdroeg voor de vertrouwelijke informatie, meestal in dienst van een machtig persoon zoals een koning of paus. Aangezien secretaresses nog steeds veel vertrouwelijke informatie beheren, is de term nog steeds toepasselijk. Bron: Nederlandse verenging voor directiesecretaresses (NVVS). Een secretaresse is een persoon die vaak als werknemer het secretariaatswerk opneemt voor meestal een functionaris of een instantie in een ondersteunende rol. Dit kan gebeuren als iemand zelf geen tijd heeft om zich daarmee bezig te houden, bijvoorbeeld artsen of directeuren. Een secretaresse is niet de vrouwelijke vorm van secretaris. Een ‘mannelijke secretaresse’ heeft doorgaans als functiebenaming secretariaatsmedewerker. Secretaressen hebben vaak op hun beurt collega’s die hen kunnen helpen met eenvoudiger taken, dit zijn de administratief of secretarieel medewerkers. De functie van secretaresse is de laatste jaren een stuk zelfstandiger geworden. Tegenwoordig is een secretaresse meestal ook verantwoordelijk voor het indelen van de agenda van degene waar ze voor werkt en het beheren van informatiestromen. Naarmate de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid groter worden, verandert de inhoud en het opleidingsniveau van de functie. Door de nauwe vorm van samenwerking is de bereidheid tot het accepteren van de beperkingen van de rol bij een secretaresse belangrijk. Inherent aan de functie is, dat hij of zij zich dienstbaar en ondersteunend opstelt. Bron: Wikipedia Begin 19e eeuw werden uit oogpunt van netheid en discipline steeds meer vrouwen op kantoren aangenomen (bron NVVS). Hun belangrijkste taak was licht administratief werk te doen. Mannen deden nog steeds het verantwoordelijke werk. De eerste school waar studenten les kregen in steno liet alleen mannen toe. Nadat in 1880 de typemachine werd uitgevonden, traden ook vrouwen toe tot beroepen met secretariële taken. In de tweede wereldoorlog kwamen plaatsen op kantoren vrij omdat veel mannen in het leger dienden. Vrouwen bleken de “mannentaken” op hetzelfde niveau te kunnen uitvoeren en na de oorlog ontstond er een spanningsveld tussen de terugkerende mannen en de vrouwen die hun verworven positie niet meer wilden opgeven. Het is dus eigenlijk de komst van de typemachine en ook de telefoon en de 2e wereldoorlog die voor vrouwen kansen maakten in mannenbolwerken. Maar ze moesten wel hun plaats kennen: ondergeschikt en dienstig.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE5MDM=